Portefeuillehouder
H.J. Hofstra
Middelen
7.5 Reserves | Rekening 2018 | Begroting 2019 na wijziging | Begroting 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Lasten | 46.614 | 98.646 | 87.868 | 57.103 | 72.229 | 52.739 | ||||||
Baten | -57.690 | -116.052 | -98.773 | -47.357 | -60.722 | -42.978 | ||||||
Saldo | -11.077 | -17.406 | -10.904 | 9.746 | 11.507 | 9.761 | ||||||
Kader (saldo na Zomernota) | -17.406 | 8.749 | 17.168 | 16.230 | 14.702 | |||||||
Verschil t.o.v. kader | -19.653 | -7.422 | -4.723 | -4.941 | ||||||||
1 | Monumentenzorg | 139 | 139 | 139 | 139 | |||||||
2 | Strategische projecten | -1.410 | -1.467 | -3.714 | 651 | |||||||
3 | Zuiderzeelijngelden | -112 | 0 | 0 | 0 | |||||||
4 | Procesgelden gebiedsontwikkeling | -558 | 0 | 0 | 0 | |||||||
5 | p-MJP/POP | -1.070 | -1.320 | -1.570 | -1.912 | |||||||
6 | Bodem | -450 | -450 | -450 | -450 | |||||||
7 | Nieuwe Natuur | -2.750 | -2.750 | -250 | -250 | |||||||
8 | Egal. res. activ. vervangingsinv. | -1.279 | -1.281 | -2.039 | -2.756 | |||||||
9 | Almere 2.0 | -11.770 | 0 | 0 | 0 | |||||||
10 | Mobiliteit | -22.758 | 7.908 | -5.904 | 7.549 | |||||||
11 | Beheer en ontwikkeling Natuur | -904 | -604 | -604 | -380 | |||||||
12 | Dekking afschrijvingslasten | 23.178 | -7.688 | 9.579 | -7.621 | |||||||
Overig | 90 | 90 | 90 | 90 | ||||||||
x € 1.000 |
Toelichting
In bijlage B is per reserve een specificatie opgenomen van de geraamde stortingen en onttrekkingen in het jaar 2020. Onderstaand zijn op hoofdlijnen de mutaties ten opzichte van het financieel kader toegelicht.
1. Monumentenzorg (coalitieakkoord)
Op basis van het coalitieakkoord 2019-2023 wordt structureel € 0,1mln. beschikbaar gesteld om de huidige jaarlijkse storting in de reserve Monumenten, welke gevoed wordt vanuit het Provinciefonds, te verdubbelen/matchen (zie ook programmaonderdeel 4.2).
2. Strategische projecten
Het verschil ten opzichte van het kader voor 2020 wordt met name veroorzaakt door onttrekkingen voor het programma Leader (€ 0,4 mln.) en gewijzigde betaalritmes voor Poort Lelystad (€ 0,4 mln.), waterprogramma POP3 (€ 0,4 mln.) en Omgevingsvisie (€ 0,2 mln.).
De mutatie in 2021 en 2022 bestaat met name uit de inzet van het oormerk Infrastructuur (totaal € 5,5 mln.). Dit bedrag is bij de resultaatbestemming 2018 tijdelijk in deze reserve gestort ter aanvulling van het tekort in de voorziening NJO Infrastructuur en ter egalisatie van de jaarlijkse stortingen in deze voorziening. In deze begroting wordt dit geëffectueerd en zijn deze middelen toegevoegd aan de storting NJO Infrastructuur (zie programmaonderdeel 6.3).
3. Zuiderzeelijngelden
Deze mutatie heeft betrekking op de resterende middelen voor het Luchthavenfonds welke zijn toegevoegd aan de begroting 2020 (zie programmaonderdeel 3.2).
4. Procesgelden gebiedsontwikkeling
Dit betreft de onttrekking aan deze reserve ter dekking van de procesgelden voor Amsterdam Lelystad Airport/OMALA, MITC, Regiodeal Noordelijk Flevoland, Oostvaardersoevers, Markermeer-IJmeer en de Maritieme Servicehaven Noordelijk Flevoland (zie programmaonderdeel 3.2).
5. p-MJP/POP
Deze mutaties vloeien voort uit het gewijzigde kasritme voor het POP-programma op basis van de huidige voortgang (zie programmaonderdeel 2.2).
6. Bodem (coalitieakkoord)
Op basis van het coalitieakkoord 2019-2022 worden vanuit de reserve Bodem middelen ingezet voor 3 pilots in het kader van bodemdaling (zie programmaonderdeel 2.1).
7. Nieuwe Natuur
De budgetten voor het programma Nieuwe Natuur zijn geactualiseerd op basis van de huidige voortgang van het programma (zie programmaonderdeel 2.2). Deze budgetten worden gedekt uit de daarvoor beschikbare middelen in deze reserve.
8. Egalisatiereserve vervangingsinvesteringen infrastructuur
Deze reserve heeft betrekking op de instandhouding van bestaande provinciale infrastructuur op de afgesproken kwaliteitsniveaus (zie ook programmaonderdeel 6.3). De budgetten voor het jaarlijks onderhoud zijn aangepast op basis van actuele inzichten, zoals ook opgenomen in de Strategische Uitvoeringsplannen (SUP 2.0). Voor het jaarlijks onderhoud is deze periode jaarlijks € 1,26 mln. extra nodig. Dit wordt gedekt uit deze reserve, waarvoor in de reserve voldoende vrije middelen beschikbaar zijn. Het restant van de mutatie betreft wijzigingen in de kapitaallasten die voortvloeien uit de geactualiseerde Staat van Activa, gebaseerd op de huidige bestedings- en investeringsplannen.
9. Almere 2.0
Deze mutatie heeft betrekking op de provinciale bijdrage in 2020 aan het Fonds Verstedelijking Almere voor de uitvoering van het jaarprogramma 2020 (zie programmaonderdeel 1.1).
10. Mobiliteit
Het verschil tussen de beschikbare middelen voor mobiliteit (voornamelijk uit het Provinciefonds) en de daaruit te dekken exploitatielasten en investeringen wordt jaarlijks geëgaliseerd via deze reserve. Op basis van het provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (p-MIRT, bevat o.a. investeringsvolume per project en fasering) en de geactualiseerde exploitatiebudgetten (zie programma 6) zijn de reservemutaties aangepast. De voor de investeringen in het p-MIRT geraamde bedragen (onder aftrek van bijdragen van derden) worden vanuit deze reserve overgeheveld naar de reserve Dekking afschrijvingslasten ter dekking van de toekomstige kapitaallasten (volgnummer 12, zie hieronder). Per saldo beïnvloeden deze mutaties de begrotingsruimte niet. Voor 2020 zijn voornamelijk uitvoering van projecten ter plaatse van de Hogering, de Halve aansluiting, de Gooiseweg (3e fase), de Verbindingsweg, de Ganzenweg en Roggebotsluis/Hanzeweg voorzien, die in meer of mindere mate door bijdragen van derden worden gedekt.
11. Beheer en ontwikkeling natuur (coalitieakkoord)
Vanuit deze reserve wordt in 2020 een bedrag van € 0,52 mln. ingezet voor de uitvoering van de N2000 beheerplanmaatregelen. In 2021 en 2022 is dit € 0,22 mln. per jaar. Daarnaast wordt op basis van het coalitieakkoord 2019-2023 uit deze reserve structureel € 0,38 mln. beschikbaar gesteld voor natuurontwikkeling.
12. Dekking afschrijvingslasten
Bijdragen uit reserves mogen niet direct in mindering worden gebracht op het te activeren bedrag van investeringen. Dit leidt tot hogere kapitaallasten. Op basis van het provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport worden de geraamde bijdragen uit de reserves Strategische projecten en Mobiliteit (volgnummer 10, zie hierboven) gestort in de reserve Dekking afschrijvingslasten, zodat in de toekomst de hogere kapitaallasten hieruit gedekt kunnen worden. De geraamde bedragen zijn aangepast op basis van het geactualiseerde p-MIRT (o.a. ten aanzien van investeringsvolume per project en fasering). Per saldo beïnvloeden deze mutaties de begrotingsruimte niet.